Historiek
Het verhaal van VeBeS begon in 1923.
Maurice Duyvewaardt en André Vanlersberghe, twee priester-leraars van het Koninklijk Instituut Spermalie in Brugge, richtten toen ‘Licht en Liefde’ op. Dat was een nazorgwerk voor blinden, maar tegelijk ook een ‘Blindenbond’. Want er was een grote nood aan een vereniging voor blinde mensen.
Van bij het begin waren de blindenzorgorganisatie en de Blindenbond nauw met elkaar verbonden. Met hun ervaring konden de blinden het nazorgwerk bijsturen. Tussen haakjes: over slechtzienden werd in die beginperiode nog niet veel gesproken.
De eerste leden van de ‘Blindenbond Licht en Liefde’ waren bijna allemaal oud-leerlingen van Spermalie. Eenmaal per jaar kwamen ze samen. Al in 1924 verscheen het eerste nummer van ‘Rooms Licht’, de voorloper van ‘Tribune’. Er werd gestart met 135 abonnees. Ze lazen allemaal braille. Het tijdschrift bracht blinde mensen met elkaar in contact, liet hen kennismaken met de diensten van Licht en Liefde en hield hen op de hoogte van belangrijke informatie.
In het begin organiseerde de vereniging haar hele werking vanuit Brugge. Maar na iets meer dan tien jaar kwamen er overal gewestelijke besturen: in 1934 te Brugge en te Antwerpen, in 1935 te Kortrijk, Hasselt, Gent en Leuven.
Plaatselijke comités kwamen er in Sint-Niklaas, Turnhout, Mechelen, Brussel, Lier, Aalst, Ninove en Oostende. Brussel zou al snel uitgroeien tot het zevende gewestelijk comité.
Het aantal leden groeide stelselmatig: in 1934 waren er tweehonderd, in 1942 duizend, in 1951 al tweeduizend. De eerste tien jaar was er voor de gewone leden één vergadering per jaar. Stilaan kwamen er meer bijeenkomsten, nu ook regionaal.
Na de oud-leerlingen van blindenscholen mocht de Blindenbond meer en meer laatblinden verwelkomen. En langzaam maar zeker veroverden ook de slechtzienden hun plaats, naarmate er voor hen bij Licht en Liefde aangepaste begeleiding en hulpmiddelen kwamen.
Rond 1950 kon nog amper een kwart van de leden braille lezen. Vanaf 1956 verscheen ‘Rooms Licht’ ook in groteletterdruk, al waren die letters nog verre van ideaal. En toen in 1958 de klankstudio van de VKBB van start ging, lag de weg open naar een gesproken editie van ons tijdschrift.
In 1947 werd de Blindenbond Licht en Liefde een aparte vzw. Maar die zelfstandige Blindenbond bleef nauw samenwerken met Blindenzorg Licht en Liefde.
Vanaf de jaren zestig, toen nationaal en internationaal overleg op gang kwam, was de Blindenbond vertegenwoordigd in allerlei koepelorganisaties.
Zoals dat een vereniging past, organiseerde de Blindenbond steeds meer activiteiten: contact, ontspanning, informatie, vorming, cultuur. Voor vele leden was en is dit een broodnodige poort naar de buitenwereld.
In 1981 kreeg de Blindenbond een nieuwe naam: ‘Vereniging van Blinden en Slechtzienden Licht en Liefde’, kortweg ‘VBSLL’. Maar dat klonk een beetje moeilijk en daarom maakten velen er ‘VBS’ van. In 2002 werd dan een afkorting bedacht die nog beter klonk: ‘VeBeS’.
De nauwe band van onze vereniging met de nazorg is gebleven: in het ‘Netwerk’ dat Licht en Liefde geworden is, vormt VeBeS de centrale as.